Drentsche Aa


In het Drentsche Aa-gebied experimenteren boeren met maatregelen die toewerken naar een natuurinclusieve landbouw. Dat doen ze door verschillende maatregelen te testen op hun bedrijf. Deze 'Proeftuin Natuurinclusieve Landbouw', geeft inzicht in welke maatregelen realiseerbaar zijn én wat opleveren.

Kennisinstellingen en boeren trekken hier samen in op, onder coördinatie van Agrarische Natuur Drenthe(verwijst naar een andere website).

Meer weten?

Neem dan contact op met Agrarische Natuur Drenthe (AND).

In het project Natuurinclusieve Landbouw (NIL) Drentsche Aa experimenteren agrariërs met verschillende NIL-maatregelen om kennis en ervaring op te doen. Het inzaaien of doorzaaien van kruidenrijk grasland is een van deze maatregelen.

Julia van Middelaar, adviseur van onderzoeks- en adviesbureau CLM Onderzoek en Advies en Mark de Beer, adviseur van Groeikracht, begeleiden boeren die hiermee aan de slag gaan. “Voordat je kruidenrijk gras inzaait, is het belangrijk om te weten op welke percelen dit past. Veengrond is bijvoorbeeld ongeschikt voor kruidenrijk grasland, want dat heeft een te lage pH, een te hoog stikstofleverend vermogen en vaak een hoge grondwaterstand. Het is ook raadzaam om kruidenrijk gras niet in te zaaien op percelen met een hoge onkruiddruk, want dan wordt onkruidbeheersing wel heel lastig. Je kunt dan beter kiezen voor een perceel met een lagere onkruiddruk of voorafgaand aan inzaai of doorzaai bijvoorbeeld een vals zaaibed maken om van het onkruid af te komen.”

In het algemeen bevatten kruidenrijke grasmengsels een aantal kruiden die dieper wortelen dan gras. “Maar het is niet zo zwart-wit. Rietzwenkgras is bijvoorbeeld een gras dat ook zeer diep wortelt. Dus niet elk type gras wortelt ondiep. Engels raaigras zit veel in standaard grasmengsels. Dit gras wortelt vaak wel minder diep dan bijvoorbeeld smalle weegbree, een kruid dat door storende lagen heen groeit en de bodemkwaliteit echt bevordert.” Van Middelaar geeft aan dat het maairegime van kruidenrijk gras veel invloed heeft op de biodiversiteit van het kruidenrijke gras. “Als je veel insecten en weidevogels wilt aantrekken, dan moet je de kruiden en klavers in het mengsel wel de tijd geven om in bloei te komen. Bij een strak maairegime, waarbij elke vier weken wordt gemaaid, lukt dat niet.” Kruidenrijk grasland kan ook minder goed tegen vaak berijden dan regulier grasland. Kruiden verbeteren, met hun diepe en meer diverse beworteling, de bodemstructuur en ontwatering. In de zomer is kruidenrijk grasland droogteresistenter dan de meeste 100% grasmengsels.

Een ander aandachtspunt is de bemesting van kruidenrijk gras. “Over het algemeen geven melkveehouders gewoon de volle mep aan drijf- en kunstmest. Net na inzaai is dat wel nodig, want dan moeten de vlinderbloemigen, zoals klaver, zich nog ontwikkelen. Na een goede ontwikkeling van klaver kan de stikstofgift wel omlaag. Bij een klaveraandeel van 30% en een jaarlijkse opbrengst van 12 ton grasklaver, levert klaver volgens Agrifirm 160 kilo stikstof per hectare.” Kruidenrijk grasland kan mogelijk ook meer CO2 vastleggen dan regulier grasland. “Dit wordt verder onderzocht in het onderzoeksprogramma Slim Landgebruik. Wij voeren dat uit in samenwerking met Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut.”